Wat als ik een groter deel van de prijs van de woning betaal dan mijn partner?

21 maart 2025
leestijd: 4 minuten, 22 seconden

Wanneer je samen met je partner een woning koopt, hebben jullie niet altijd al evenveel gespaard. Misschien wil je die ongelijke inbreng op een faire manier vastleggen. Dat kan met een onderhandse schulderkentenis. Hoe je dat het beste aanpakt? Je ontdekt het hier.

Eerst dit: als je getrouwd bent onder het wettelijke stelsel – zonder scheiding van goederen dus – doet het probleem van de ongelijke inbreng zich minder vaak voor. Dan hebben jullie namelijk één gemeenschappelijk vermogen, waarin alles wat jullie samen hebben opgebouwd sinds het huwelijk terecht komt, met uitzondering van schenkingen en erfenissen en wat je al had vóór het huwelijk.

Wat zijn de mogelijke gevolgen van een ongelijke inbreng?

Zijn jullie niet getrouwd – of getrouwd met scheiding van goederen – dan is het mogelijk dat jullie ongelijke inbreng voor een ongelijk eigenaarschap (bijvoorbeeld 60-40%) van de woning zorgt. Dat kan je ook zo opnemen in de aankoopakte. Al is dat niet het meest aangewezen scenario:

“Als jullie niet elk voor de helft eigenaar zijn, betekent dat een onevenwicht in jullie rechten en plichten in de woning. Denk maar aan betalingen voor renovaties of herstellingen aan de woning. Bovendien riskeer je dat een onevenwichtig eigenaarschap voor instabiliteit in je relatie zorgt. Daarom raden we aan om elk voor de helft eigenaar van de woning te worden, ook al is jullie inbreng niet even groot.” – Lieselotte De Mulder, kandidaat-notaris

De onderhandse schulderkentenis

Hoe doe je dat dan, die ongelijke inbreng fair behandelen én tegelijk allebei voor de helft eigenaar van de woning worden? Dat kan met een onderhandse schulderkentenis. In dat document leg je het verschil in inbreng vast en maak je afspraken over wanneer dat verschil terug moet worden rechtgezet, bijvoorbeeld bij een relatiebreuk of bij de verkoop van de woning.

De meeste koppels kiezen ervoor om evenwaardig – lees: elk voor 50% eigenaarschap – in een vastgoedproject te stappen. Zolang alles goed gaat, moet de partner met de lagere inbreng dan meestal niets terugbetalen aan de andere. Al zijn er ook andere – weliswaar minder gebruikelijke – formules om de ongelijkheid recht te trekken:

“De partner met de lagere inbreng zou bijvoorbeeld een groter deel van de maandelijkse leningslasten op zich kunnen nemen. Of je sluit onderling een lening af, waarbij de persoon die minder inbreng had bij de aankoop van de woning, afbetaalt aan de andere.” – Lieselotte De Mulder, kandidaat-notaris

Wat bij een relatiebreuk?

Zolang ze samenblijven, koppelen de meeste koppels dus geen vorm van onderlinge terugbetaling aan een ongelijke inbreng. Maar wat als de relatie stukloopt? Veel hangt dan af van wat er met de woning gebeurt. Wordt ze verkocht, dan krijgt de partner met de lagere inbreng een kleiner deel van de verkoopprijs. Behoudt een van de partners de woning, dan moet die de andere ‘uitkopen’ en wordt het verschil in initiële inbreng verrekend.

Er zijn verschillende manieren om het bedrag van de correctie te bepalen. Je kan kiezen voor:

- een vaste, nominale waarde die niet wijzigt in de loop van de jaren;

- een indexering van het oorspronkelijke bedrag;

- een bedrag dat gekoppeld is aan de waarde van de woning bij verkoop.

Voor advies over de verschillende stappen bij een onderhandse schulderkentenis kan je terecht bij je notaris.

Contact

Heb je een vraag over dit topic? Neem contact met ons op en we helpen je graag verder.

Stel je vraag